Wet inburgering


In Nederland

Nadat u het basisexamen inburgering heeft gehaald en naar Nederland bent gekomen, moet u ook nog een inburgeringscursus volgen in Nederland. Hiervoor moet u een ander examen afleggen: het inburgeringsexamen. Inburgering wil zeggen dat immigranten die langdurig in Nederland komen wonen de taal spreken, op de hoogte zijn van de Nederlandse samenleving en een aantal belangrijke normen en waarden kennen.

De Nederlandse overheid beschouwt inburgering als een voorwaarde om te kunnen integreren. De eisen voor inburgering zijn vastgelegd in de Wet inburgering. Deze wet is sinds 1 januari 2007 van kracht. Immigranten hebben voldaan aan de inburgeringsplicht, wanneer ze geslaagd zijn voor het inburgeringsexamen. In tegenstelling tot inburgeren in het buitenland wordt een inburgeringscursus geheel of gedeeltelijk vergoed en zijn er in sommige gevallen subsidie of een tegemoetkoming in de kosten mogelijk.

Is de Wet inburgering hetzelfde als de Wet inburgering buitenland?

Nee, dit zijn verschillende wetten. De Wet inburgering buitenland is ingegaan op 15 maart 2006. Die wet is er voor iedereen die voor langere tijd in Nederland wil komen wonen. Zij moeten de Nederlandse taal al een beetje kunnen spreken en iets afweten van Nederland, voordat ze een verblijfsvergunning kunnen krijgen. Met name migranten die voor huwelijk en relatie in Nederland willen verblijven.Eenmaal in Nederland moet men zich inschrijven voor een inburgeringscursus ter plaatse.

Basisexamen Inburgering Buitenland - Inburgeringscursus

De plicht om eerst in het buitenland het basisexamen inburgering te doen, geldt voor veel mensen van 18 tot 65 jaar die, om naar Nederland te kunnen komen, een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) nodig hebben. Het betreft onder meer mensen die een gezin willen vormen (bijvoorbeeld huwelijk en relatie) met iemand in Nederland, maar ook mensen met een geestelijk beroep zoals imam of predikant. Dat betekent dat het behalen van het inburgeringsexamen in veel gevallen een extra voorwaarde wordt voor het verkrijgen van een MVV.

Het Inburgeringsexamen Buitenland - Inburgeringscursus

Het basisexamen inburgering: Bij het examen wordt de basiskennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving getoetst. Het examen wordt mondeling, in het Nederlands afgelegd bij de Nederlandse ambassade of Consulaat-Generaal in het buitenland.

Het examen bestaat uit twee delen. In deel 1 wordt de kennis van de Nederlandse samenleving getoetst. Aan de hand van afbeeldingen wordt een aantal vragen gesteld. De vragen gaan onder andere over de geschiedenis en staatsinrichting van Nederland. In deel 2 wordt de kennis van de Nederlandse taal getoetst. Dit onderdeel bestaat onder meer uit het nazeggen van zinnen en het beantwoorden van korte vragen. U kunt u voorbereiden door middel van een inburgeringscursus.

 

Het inburgeringsexamen in Nederland

Inburgering, vrijstelling inburgeringsexamen

Beschrijving
U kunt vrijstelling aanvragen voor een deel van het inburgeringsexamen als u voldoende mondelinge en schriftelijke kennis heeft van de Nederlandse taal. U moet dit aantonen door een verklaring te laten zien van een regionaal opleidingscentrum (ROC). Uit de verklaring moet blijken dat u het NT2-taaltraject met goed resultaat heeft afgelegd. Dat is het geval als u voldoet aan bepaalde niveaus van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal of van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. U moet dit traject voor 1 januari 2007 hebben afgerond.

Ook kunt u vrijstelling aanvragen voor het mondelinge deel van het inburgeringsexamen als u het basisexamen inburgering in het buitenland met goed resultaat hebben afgelegd. Dit moet blijken uit een beschikking.

Voorwaarden
Om voor een vrijstelling in aanmerking te komen moet u voldoen aan een de volgende voorwaarden.
Voor vrijstelling van het mondelinge en schriftelijke deel van het inburgeringsexamen:

U bent geen oudkomer. Uit de verklaring blijkt dat u voor Nederlands als tweede taal voldoet aan de volgende niveaus:
- niveau 2, respectievelijk A2 voor de onderdelen Luisteren en Spreken;
- niveau 2, respectievelijk A2 voor de onderdelen Lezen en Schrijven.
U bent oudkomer. Uit de verklaring blijkt dat u voor Nederlands als tweede taal voldoet aan de volgende niveaus:
- niveau 2, respectievelijk A2 voor de onderdelen Luisteren en Spreken;
- niveau 1, respectievelijk A1 voor de onderdelen Lezen en Schrijven.
U beschikt over een van de volgende certificaten Nederlands als Vreemde Taal:
- Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1);
- Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2);
- Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2);
- Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1).
Voor vrijstelling van het mondelinge deel, als u het basisexamen in het buitenland heeft gedaan:

U heeft een beschikking van het basisexamen inburgering in het buitenland en daaruit blijkt dat u voor het onderdeel luister- en spreekvaardigheid ten minste 37 punten heeft behaald.

Aanpak
U vraagt de vrijstelling aan bij de gemeente waar u het inburgeringsexamen moet afleggen.